MERKSEM – Dit jaar is het precies 20 jaar geleden dat de single ‘Kennedy Boulevard’ van Axelle werd uitgebracht. In 1993 voegde de Limburgse zangeres ‘Red’ aan haar artiestennaam toe en brak ze internationaal door. 15 jaar Axelle Red wordt op zaterdag 2 mei uitgebreid gevierd met een uniek Belgisch concert in het Antwerpse Sportpaleis.
Axelle Red is al jarenlang een waardige ambassadrice van ons land. De roodharige Limburgse legde de voorbije jaren een bijzonder indrukwekkend muzikaal parcours af. Niet alleen in België is ze een ster, ook in het buitenland en vooral door onze zuiderburen wordt ze op handen gedragen. Wereldwijd verkocht ze meer dan 4 miljoen platen; met al haar albums samen stond ze meer dan 250 weken in de albumhitparades in België en met 15 singles veroverde ze een plaats in de top tien.
Successen in overvloed dus voor de samenstelling van een avondvullend programma vol ‘greatest hits’ als terugblik op 15 jaar Axelle Red. En waar anders kan zo’n feestelijk concert beter op touw worden gezet dan in Belgiës populairste concertzaal, het Antwerpse Sportpaleis. Axelle Red zal er, begeleid door topmuzikanten, het mooiste uit haar schitterende repertoire vertolken. De omvang van de zaal, met ruim plaats voor haar vele fans, zal haar niet beletten om er een bijzonder sfeervol en heel intiem concert van te maken. Het podium krijgt daartoe een plaats in het midden, zodat alle aanwezigen het concert van behoorlijk dichtbij, met prima zichtlijnen en genietend van een uitstekende klankkwaliteit kunnen beleven. ’15 jaar Axelle Red’ is in 2009 het enige publieke concert in België van de momenteel in Parijs residerende zangeres. Een unieke gelegenheid dus voor de fans om een onvergetelijke avond met hun idool door te brengen.
Axelle Red werd op 15 februari 1968 als Fabienne Demal geboren in Hasselt. Ze heeft al 15 jaar succes als Axelle Red, maar is al veel langer dan dat bezig met muziek. Als vijftienjarige behaalde Fabienne als ‘Fabby’ een eerste bescheiden succes met het singletje ‘Little Girls’. Volop scoren deed ze enkele jaren later onder de nieuwe artiestennaam Axelle met ‘Kennedy Boulevard’ (1989) en ‘Aretha et moi’ (1990).
In 1993, na het beëindigen van haar studies rechten, koos ze volop voor een muzikale loopbaan en werd ze Axelle Red. Ze brak internationaal door met haar debuutalbum ‘Sans plus attendre’ (1993) en de megahits ‘Elle danse seule’, ‘Sensualité’, ‘Je t’attends’ en ‘Le monde tourne mal’. De schare aanhangers groeide zeer snel aan dankzij haar vele beklijvende concerten. Met haar muziek kwam Axelle Red in een almaar grotere stroomversnelling.
Indrukwekkend was haar soulplaat ‘A tâtons’, die ze in 1996 in Memphis opnam met de legendarische soulzanger en -producer Isaac Hayes. Een jaar later stond ze voor het eerst in de Parijse Olympia. In 1998 trouwde ze, zong ze met Youssou N’Dour de officiële hymne ‘La cour des grands’ op de openingsceremonie van de Wereldbeker Voetbal in Parijs en liet ze zich voor haar aan Soul en Rhythm & Blues gewijde show ‘The Soul of Axelle Red’ (twee memorabele concerten in het Antwerpse Sportpaleis en het Parijse Palais des Congrès) omringen door haar helden Isaac Hayes, Wilson Pickett, Sam Moore, Eddie Floyd, Percy Sledge en Ann Peebles. Datzelfde jaar bracht ze ook haar Spaanse cd ‘Con solo pensarlo’ uit.
Met de singles ‘Ce matin’, ‘Bimbo à moi’ en de hit ‘Parce que c’est toi’ uit haar derde, volledig zelf geschreven en geproduceerde studioalbum ‘Toujours Moi’ (1999) gooide Axelle Red opnieuw hoge ogen. Haar eerste liveplaat ‘Alive’ (met dvd; 2000) werd opgenomen tijdens verschillende etappes van een Franse tournee. In 2002 imponeerde ze met het album ‘Face A / Face B’. ‘Jardin secret’ dateert uit 2006, het jaar waarin ze in Frankrijk de hoogste culturele onderscheiding ‘Chevalier des Arts et des Lettres' ontving. Het werd opgenomen in Memphis, in de legendarische Royal Studio van Willie Mitchel, producer van Al Green. Begin dit jaar werd ‘Sisters & Empathy’ uitgebracht, haar eerste Engelstalige album en meteen ook een dubbel-cd (met 19 nummers, waarvan 2 in het Frans).
Vorig jaar in mei ontving Axelle Red van de Universiteit Limburg een eredoctoraat als geëngageerde artiest en wereldburger. Omdat ze in haar muziek de sociaal geëngageerde thema’s niet schuwt. Op haar eerste album zong ze al dat de wereld vierkant draait; op ‘Face A / Face B’ sneed ze thema’s als extremisme, antiglobalisme, kindsoldaten en antipersoonsmijnen aan. Ze stond op het podium tijdens de benefietconcerten Tsunami 1212, Live8 en 0110, ze is vrijwillige ambassadrice van Unicef en zet zich ook in voor o.m. Handicap International en het Rode Kruis. Ook het begin dit jaar uitgebrachte ‘Sisters & Empathy’ werd een dubbel-cd met weerhaakjes. Axelle toont opnieuw haar sociale engagement met nummers die o.m. oorlog, seksueel misbruik en vrouwenmishandeling als onderwerp hebben.
Ze richt haar en onze aandacht volop op de anderen, maar op zaterdag 2 mei zijn de rollen omgekeerd en wordt zijzelf en haar muziek met een concert ‘in the round’ in het Sportpaleis centraal gesteld. Omdat Axelle Red een artieste is om te koesteren.
15 JAAR AXELLE RED op zaterdag 2 mei om 20.30 uur in het Antwerpse Sportpaleis. Tickets à 20, 30, 40 en 60 euro, exclusief servicekosten, via Tele Ticket Service 070/345.345 (vanuit Nederland:0900-45.000.45), www.teleticketservice.com en www.sportpaleis.be.
MUZIKANTEN
Axelle Red wordt op 2 mei in het Sportpaleis begeleid door de getalenteerde en legendarische Amerikaanse muzikanten Lester Snell (toetsen), Michael Toles (gitaar), Jeffrey Anderson (bas), Damon DueWhite (drums), de Portugese muzikant Luis Jardim (percussie) en de Belgen Steven De bruyn (mondharmonica) en Bruno de Groote (gitaar).
Lester Snell is een multigetalenteerd muziekmaker en één van de beste muzikanten ter wereld. Dit demonstreerde hij als componist, uitvoerder, arrangeur, dirigent en als producer. Het leverde hem talrijke gouden en platina platen op. Hij werd geboren in Memphis TN., de thuisstad van de blues en de gospel, en ging na het behalen van zijn schooldiploma bas spelen in de band van David Porter, The Soul Space Men, bij Stax Records. De twee grote arrangeurs Onzie Horne en Johnny Allen waren zijn mentors. In 1970 werd hij bandleider en bewerker voor Isaac Hayes. Korte tijd later wonnen ze een Academy Award ‘Best Original Song’ en twee Grammy’s voor de filmmuziek van ‘Shaft’. Dat bracht een wervelwind op gang met films als ‘Three Tough Guys’ en ‘Truck Turner’, opwindende tournees met Dionne Warwick, optredens in de shows van Johnny Carson en Merv Griffin en op het Watts Stax concert, en tournees door Amerika en de rest van de wereld. In 1977 werd Lester Snell hoofd van het A&R-departement van Stax Fantasy Records. Dit was slechts de start van een lange reeks muziekprojecten. Lester en Homer Banks (“the awesome twosome”) werkten voor Paisley Park Producing, het label van Prince, en schreven voor Mavis Staples (‘Time Waits For No One’ en ‘Christmas Vacation’). Lester werd door velen “The Quiet Music Man Extraordinaire” genoemd, met zijn piano en orgel vol soul op Pop Staples’ ‘Father, Father’, zijn synthesizer en piano op Isaac Hayes’ ‘Shaft’, zijn tintelende melodische strijkers- en kathedraalkoorarrangementen voor ‘Rester Femme’ van Axelle Red en de spectaculaire bewerking van ‘Amazing Grace’ voor doedelzak en de London Royal Symphony die hij schreef voor de verjaardag van Queen Elizabeth. Deze opmerkelijke man werkte samen met andere grote artiesten als Rufus Thomas, Willie Mitchell en diens artiesten en Al Green. Zijn muzikale expertise deelde hij ook in projecten met Sister Sledge, Joe Cocker en Grammywinnares Alicia Keys, om er maar enkele te noemen. Hij schreef verschillende symfonieën en dirigeerde die over de hele wereld. Hij maakte zijn opwachting in ‘Good Morning America’ en de David Letterman Shows en ontving de sleutel van de stad Memphis, TN. Ook verschillende awards vielen hem ten deel, waaronder die van de National Academy of Recording Arts and Science. Ontzettend gelukkig was hij ook toen hij als arrangeur en dirigent mee kon werken aan de film ‘Shaft 2000’.
Michael Toles werd geboren in Lambert, Mississippi in 1953 en verhuisde in 1960 naar Memphis. Hij volgde er muzieklessen en leerde er gitaar spelen. Na optredens met plaatselijke bandjes en in verschillende clubs in Memphis trad hij op het eind van de jaren zestig toe tot de Bar-Kays, kort na de vliegtuigcrash van Otis Redding. Hij werd het eerste nieuwe lid van de band, op uitnodiging van Ben Cauley, de enige overlevende van de crash, en kreeg zo de kans om mee te spelen tijdens Stax-opnamesessies van 1967 tot 1973. Hij werkte mee aan de eerste twee albums van de nieuwe Bar-Kaysband en legde zich daarna zoveel mogelijk toe op plaatopnames. Bij de opname van het eerste album van The Emotions, geproducet door Isaac Hayes, leerde hij Lester Snell kennen. Hij werkte voorts samen met Albert King, B.B. King, Isaac Hayes, Ann Peebles, THP Orchestra, Rufus Thomas, Sanne Solomonson en vele anderen. Hij was te zien in de Staxfilm ‘WattStax’ en in talrijke Amerikaanse tv-shows (o.m. Soul Train, David Letterman en Tonight Show). Hij is ook te horen op de soundtrack van Isaac Hayes voor de film ‘Shaft’. Na 1973 ging Michael freelancen en nam hij op in Detroit, New Orleans, Los Angeles en voor Music Shoals (Irma Thomas, Bobby Bland, Little Milton, Denise LaSalle, Anita Ward - ‘Ring My Bell’). Verschillende discohits dragen mee zijn stempel. In 1987 ging hij opnieuw toeren en dat doet hij vandaag nog altijd.
Jeffrey Anderson werd geboren in New York City maar leerde op 15-jarige leeftijd basgitaar spelen in de stad Boston, Mass., waar hij opgroeide. Hij werd beïnvloed door de platen waarop Lester Snell en Michael Toles te horen zijn. Als autodidact trok hij uiteindelijk naar het Berklee College Of Music, waar hij zijn eerste tournee kon versieren met Esther Philips (‘What A Difference A Day Makes’). Daarna trad hij op met o.a. Smokey Robinson, Hank Crawford, George Benson, Roy Ayers, Screamin Jay Hawkins, Howling Wolf, Bernard Purdie, Paul Butterfield, Johny Copeland en de auteur James Mcbride. In 1985 keerde hij terug naar New York, waar hij commercieel televisiewerk kon doen. Hij speelde er in het lokale circuit met zijn eigen band en met die van o.a. Joan Osborne, The Holmes Brothers en Spin Doctors. Hij raakte er bevriend met James Mcbride, die ondertussen ook zelf muzikant was geworden en schreef voor Anita Baker en Grover Washington. Jeff speelde op het merendeel van zijn demo’s en in zijn band. Zo kreeg hij ook de kans om op te nemen met Charles & Eddie. Hun hit ‘Would I Lie To You’ bracht hen naar Gent, waar Axelle Red hen zag optreden. In Nashville nam hij samen met Axelle ‘A tâtons’ op. Axelle, Lester en Michael werden vrienden en zijn sindsdien al sinds meer dan tien jaar compagnons die samen muziek maken.
Damon DueWhite, drummer en percussionist, werd geboren in Twin Oaks, Pennsylvania, een voorstad van Philadelphia. Op zesjarige leeftijd leerde hij van zijn vader drums spelen; als veertienjarige speelde hij in plaatselijke bands in de Philadelphia en New York Tri-State regio. Hij volgde les aan het Berklee College of Music in Boston en maakte daarna in 1982 zijn eerste tournee met vocaliste Roberta Flack. Damon trad op en/of nam op met Branford Marsalis, Miriam Makeba, Roberta Flack, Stevie Ray Vaughn, Chuck Berry, Nona Hendrix, Carla Cook, Mick Taylor en Harry Belafonte. Hij werkte mee aan de met een Tony Award bekroonde Broadwaymusical ‘The Color Purple’ en was te zien in de Tonight Show met Jay Leno, op Black Entertainment Television/BET Jazz Central, in de Pat Sajack Show, bij VH1 en CBS This Morning.
Luis Jardim kan terugblikken op een veelzijdige muzikale loopbaan als componist, producer, geluidsingenieur en grotendeels ook als studiomuzikant. De jongste jaren werkte hij vooral als muziekdirecteur. Luis bespeelt verschillende instrumenten, zoals basgitaar, percussie en gitaar. Hij startte zijn carrière als rockmuzikant en kende met zijn band aanzienlijk groot succes in zijn vaderland Portugal en Brazilië. Later studeerde hij in Engeland en de Verenigde Staten muziek- en opname-technologie. Luis werkte als muzikant mee op de opnamen van grote artiesten als Paul McCartney, David Bowie, Tina Turner, Mick Jagger, Brian Ferry, Steve Winwood, Elvis Costello, Seal, Cher, Grace Jones, Annie Lennox, Bjork, James Brown, Ray Charles, Goldie, Tom Jones, Eric Clapton, Terence Trent D'Arby, e.a. en bands als Rolling Stones, Simply Red, Soul II Soul, The Bee Gees, Prefab Sprout, Simple Minds, The Pretenders, Frankie Goes To Hollywood, East 17, ABC, Massive Attack, en heel wat meer... Hij was muziekdirecteur voor Diana Ross, Mariah Carey, Elton John, Tom Jones, James Ingram, Al Jarreau, Luther Vandross, Cindy Lauper, Darryl Hall en Barry Manilow.
Steven De bruyn is een Belgische muzikant, componist en autodidact die het levenslicht zag in 1968. Hij ontdekte de mondharmonica toen hij zijn licentiaatsstudie sociologie aan de K.U.Leuven beëindigde. Tijdens een postgraduaat aan de Hull University in Engeland raakte hij helemaal gebiologeerd door de muziek. Aanvankelijk werd hij geïnspireerd door de blues en de rootsmuziek, nu integreert hij in zijn muziek ook meer en meer elementen uit de rock, flamenco, dance en wereldmuziek. In 1994 richtte hij de internationaal vermaarde experimentele bluesband El Fish op, die van 1996 tot 2001 zes cd’s uitbracht. Na een inspirerende sabbatical stichtte hij in 2003 het nieuwe en unieke collectief The Rhythm Junks, dat in 2004 indruk maakte met de al even unieke debuut-cd ‘Virus b-23’. Ook de opvolger ‘Pop Off’ (2007) werd bijzonder gewaardeerd. De sound van Steven De bruyn is heel gevarieerd. Hij zingt en fluit, speelt met samplers en omnichords, of op de kazoo in de studio. De mondharmonica (diatonisch, chromatisch en basmondharmonica) is echter altijd centraal blijven staan. Hij houdt ervan om akoestisch te spelen, maar zijn handelsmerk is toch wel zijn karakteristieke elektrische klank en het slimme gebruik van elektronische effecten.
Bruno de Groote, alias Bruno de Bruxelles, werd geboren in Gent in 1974. Hij is niet alleen specialist in Amerikaanse rootsstijlen zoals jazz, soul, funk, new orleans, blues en old school rock’n’roll, maar manifesteert zich ook en vooral als een veelzijdig muzikant die op elke bezetting zijn unieke stempel weet te drukken. Zijn gitaarspel is inventief en uiterst persoonlijk, maar blijft steeds gestoeld op traditie en vakmanschap. Aan het Gentse Conservatorium studeerde hij jazzgitaar. Bruno liet zich voor het eerst opmerken tussen 1994 en 1998 met de Belgische cultrootsband Mambo Chillum. Hij toerde met El Fish, jamde met Afro Celt Sound System en speelde occasioneel met Bob French (New Orleans jazzdrummer en ‘living legend’ bij o.a. Fats Domino). Jarenlang was hij het brein en de drijvende kracht achter Bruno de Bruxelles, zijn uitzinnige feest-jazz-soulband.
Bron : Sportpaleis
Geen opmerkingen:
Een reactie posten